De vloer van een zwembad, gevuld met water. Daar is ie weer dat ‘help ik verdrink’-gevoel. Zo’n foto als dit maakt me nog altijd onrustig. Want het doet me niet alleen denken aan zwemles. Mijn angst voor water ontstond veel eerder (en later) in mijn leven.
Een jaar of vier moet ik zijn geweest. Op bezoek bij mijn oom en tante die net waren verhuisd. Zoals altijd speelde ik met mijn nichtjes. Mijn nichtje A is een jaar ouder dan ik en we hadden een gezonde onderlinge rivaliteit. Die dag deed ik mijn eerste nare ervaring op met in het water zijn. Ik won die dag van haar, het belangrijkste is nu dat ik er nog ben.
Help, ik verdrink
We stonden aan de rand van een singel. De wijk was nog volop in aanbouw en overal lag bouwafval. Grote stukken piepschuim lagen op de kant. Mijn nichtje en ik hadden beiden ons oog laten vallen op een groot drijvend stuk in het water. Wat we daarmee wilden doen, geen idee. Maar vast stond dat we het allebei wilden ‘hebben’. We reikten beiden uit, en toen plons, viel ik het water in. De tijd stond stil.
De vieze groene kleur van het water, ik weet nog precies hoe het eruit zag. Zwemles had ik nog niet, dus ik had geen idee wat ik moest doen. Als verlamd lag in daar in het koude water. Niet veel later voelde ik armen, later bleek van een man, hij was in de buurt en had gezien wat er was gebeurd. Gelukkig aarzelde hij geen moment. Hij rende naar buiten en trok me het water uit.
Ik woon hier niet
Proestend stond ik op de kant, het vieze water druipte van me af. Bijzonder wat je onthoudt van zo’n moment. De man vroeg me waar ik woonde, ik zei vertwijfeld dat ik bij mijn oom en tante op bezoek was. En ik was bang, zo bang, dat hij me weer terug zou gooien bij het horen van dit antwoord. Dat deed hij natuurlijk niet.
Mijn nichtjes hadden inmiddels hun eigen ouders en mijn ouders gealarmeerd. Samen kwamen zij aangesneld. Hoe we aan de aandacht van de volwassenen waren ontsnapt en hoe we ons daar op die gevaarlijke plek konden bevinden, weet ik niet meer. Wel herinner ik me de gezichten van mijn familie. Mijn moeder en tante die me samen in bad zetten en schoon wasten. Mijn vader en mijn oom die met natte ogen van schrik in de deuropening stonden. Het warme water dat mijn lichaam weer opwarmde. Zo veel indrukken.
Angst tijdens de zwemles
Niet lang daarna moest ik op zwemles, dan zou ik mijn ‘help ik verdrink’-ervaring vast vergeten. Mijn lijf was de schrik alleen nog lang niet te boven. In zwembaden waar ik kon staan, lukte het nog aardig. Maar nadat ik de techniek van de schoolslag allang onder de knie had en het tijd werd naar het diepe bad te gaan, wilde ik echt niet. Meerdere lessen stond ik op de zwembadrand, mijn blik gericht op de donkere bodem, met bonzend hart. Mijn lichaam weigerde dienst. De badmeester die steeds ongeduldiger werd, voor hem hield ik de les natuurlijk enorm op. De andere kinderen gniffelden om dat stevige meisje dat daar maar stond en niet durfde. “Haha, wat een bange poeperd ben jij!” En na de les: de teleurstelling op de gezichten van mijn ouders dat ik wéér het water niet was ingegaan.
De badmeester die me ‘erin’ gooide
Dat ik een trauma had overgehouden aan mijn ‘help ik verdrink’-ervaring, was in die tijd nog niet zo duidelijk. Het was goed afgelopen, dus daar hoefde je het dan niet meer over te hebben. Iedereen zei: “Je bent zo’n grote meid, geen tenger popje dat niet durft, dus stel je toch niet zo aan!”
Angst, schaamte, ze vochten om voorrang, toch wilde ik echt niet zwemmen in dat koude, donkere water. Dat wilde ik ook niet op die ene dag dat de badmeester er genoeg van had. Ik voel nog hoe die grote, sterke man mij optilde. Zijn baard kriebelde tegen mijn lijf. Met een zwaai gooide hij me door de lucht, zo het water in. Hij riep: “En nu zwemmen jij!” Dat deed ik. Toen ik boven kwam en naar lucht hapte, zwom ik, voor mijn gevoel voor mijn leven, van de ene korte zijde naar de andere kant van het bad. Ziezo, zag ik iedereen denken, probleem opgelost!
Maar niet heus.
Mijn ouders waren blij en dachten dat het voorbij was. Na het behalen van mijn A-diploma, moest ik door met mijn B en daarna verplichtten zij me nog twee jaar lessen reddingszwemmen te volgen. Want, zo redeneerden mijn vader en moeder, dan kom je nooit meer in zo’n situatie terecht en kun je in geval van nood ook een ander helpen. Hup, nog meer schuldgevoel. De betreffende badmeester leeft al jaren niet meer, maar als ik hem tegenkwam in het dorp waarin ik opgroeide, bleef hij voor mij ‘de badmeester die me erin heeft gegooid’. Zwemmen vind ik nog steeds niet leuk.
Het lichaam onthoudt
Mijn lichaam had de gebeurtenissen heel goed onthouden. Al praten we thuis niet over wat ik als kind meemaakte, de angst had mijn lijf nooit kunnen verlaten. In mijn leven liep ik daar vaker tegenaan. Op onschuldige manieren: op een ‘banaan’ in de Griekse zee, liters zeewater slikte ik door, nadat ik er vanaf was geslingerd. Bibberend zat ik in de boot en deed daarna nooit meer zoiets. Of op een zeilboot hier op de Loosdrechtse Plassen met windkracht 5, doodeng! Inmiddels weet ik dat je er overal kunt staan, maar als ik de bodem niet kan zien, voel ik weer die angst van toen. Of die ene keer op die rondvaartboot voor de kust van Texel. Waarop brand uitbrak en de groep collega’s en ik ternauwernood konden worden gered door een garnalenkotter die toevallig in de buurt was. De hele tijd dat we wachten op hulp stond ik als versteend in de armen van onze directeur naar het koude en donkere zeewater te staren. Het was weer net als toen.
Een kindercoach als ik
Wat hebben mijn ervaringen nu te maken met kindercoaching? Voor mij alles! Het had voor mij zo anders kunnen zijn als dat ‘help ik verdrink’-gevoel niet in mijn lijf was blijven zitten. Als ik bijvoorbeeld door een zachte kindermassage was gewiegd en het water weer als fijn en veilig had kunnen ervaren. Of als ik over mijn angst had mogen praten. Als mijn ouders, die dachten dat ze het juiste deden, hadden begrepen dat de harde hand bij trauma niet de oplossing is. Het had de ervaring met de badmeester kunnen voorkomen, die mij, zoals een therapeute me later vertelde, opnieuw traumatiseerde. Wat als ik een tekening had mogen maken van mezelf in dat water, of van mezelf op de kant bij een zwembad? Als ik mijn tranen, angst en verdriet had mogen doorvoelen en ik had begrepen dat schaamte en schuldgevoel niet nodig waren? Kortom, als ik iemand als mezelf had gehad die me direct na die eerste ingrijpende ervaring had kunnen helpen. Zodat ik misschien wel net zoals mijn dochter nu, een echte waterkind was geworden.
Laat je kind niet ‘verdrinken’
Maakte jouw kind onlangs iets naars mee? Onderneem actie, zodat de stress niet in het lichaam vast gaat zitten. Neem vrijblijvend contact met me op. Ik coach vanuit mijn intuïtie en samen bekijken we wat er nodig is voor jouw zoon of dochter om weer te kunnen ontspannen.